broodheer - Zelfstandignaamwoord
1. (verouderd) iemand waarbij je in dienst bent en waarvan je dus afhankelijk bent voor je dagelijks brood
♢ ‘Eigenlijk liggen de scenario’s wel klaar, de zogeheten consolidated appeals liggen op de plank, maar de politieke broodheren van de VN zijn te druk met het bestendigen van hun plek tegenover hun eigen electoraat. Een redelijk onbaatzuchtige uitzondering blijkt toch telkens weer Nederland te zijn. Minister Ploumens razendsnelle actie om geld ter beschikking te stellen voor reproductieve gezondheidszorg (lees: voorbehoedsmiddelen en abortus voorlichting) als antwoord op het afknijpen van dat budget door president Trump, was fenomenaal. En ook de bereidheid van Nederlandse private donoren om te geven in het aangezicht van menselijk leed, blijft uniek in de wereld.’
Woordherkomst
samenstelling van brood en heer
Synoniemen
baas, werkgever, patroon
Gepubliceerd op 10-11-2017
broodheer
betekenis & definitie