Werkwoord
breide recht
1. enkelvoud verleden tijd van rechtbreien
Ik breide recht.
Jij breide recht.
Hij, zij, het breide recht.
Gepubliceerd op 23-10-2020
breide recht
betekenis & definitie
Gepubliceerd op 23-10-2020
betekenis & definitie
Werkwoord
breide recht
1. enkelvoud verleden tijd van rechtbreien
Ik breide recht.
Jij breide recht.
Hij, zij, het breide recht.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
Bronnen: