Gepubliceerd op 10-11-2017

boemelen

betekenis & definitie

boemelen - Werkwoord
1. (inerg) zijn tijd doorbrengen met uitgaan, brassen, slempen
Er werd weer flink geboemeld die avond.
2. (inerg) met de stoptrein reizen
Er was eindeloos geboemeld, maar uiteindelijk kwamen ze toch aan op de plaats van bestemming.
3. ergatief met de stoptrein ergens heen reizen
Hij was deze keer eens naar Amsterdam geboemeld.

Synoniemen
[1] aan de rol zijn, uitspatten