Gepubliceerd op 30-10-2017

bloterik

betekenis & definitie

bloterik - Zelfstandignaamwoord
1. (pejoratief) iemand die bloot is
De politie pakte de bloterik op wegens overtreding van de wet op openbare zedenschennis.
2. in zijn ~: naakt
De miss werd gediskwalificeerd omdat ze in haar bloterik in een mannenblad had gestaan.

Woordherkomst
Afgeleid van bloot met het achtervoegsel -erik.