blaker - Zelfstandignaamwoord
1. lage kandelaar met brede, platte voet en een handvat
blaker - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blakeren
♢ Ik blaker
2. gebiedende wijs van blakeren
♢ blaker!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van blakeren
♢ blaker je?
Woordherkomst
afgeleid van blaken met het achtervoegsel -er
Synoniemen
kandelaar
Gepubliceerd op 30-10-2017
blaker
betekenis & definitie