Gepubliceerd op 04-12-2017

kandelaar

betekenis & definitie

kandelaar - Zelfstandignaamwoord
1. standaard waarop één of meer kaarsen geplaatst kunnen worden

kandelaar - Werkwoord
1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kandelaren
♢ Ik kandelaar
2. gebiedende wijs van kandelaren
kandelaar!
3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kandelaren
kandelaar je?

Synoniemen
kaarshouder