bitterzoet - Bijvoeglijk naamwoord
1. van iets stoffelijks dat de smaak half bitter en half zoek is
♢ Wij aten een bitterzoete vrucht.
2. van iets onstoffelijks dat het zowel fijn als vervelend is, waar je zowel vrolijk als verdrietig van kan worden
♢ Met name de liefde kan bitterzoet zijn.
bitterzoet - Zelfstandignaamwoord
1. (plantkunde) (medisch) Solanum dulcamara is een vrij algemeen voorkomende, vaste plant uit de nachtschadefamilie (Solanaceae)
Woordherkomst
samenstelling van bitter en zoet
Synoniemen
alfrank, dolkruid, elfrank
Gepubliceerd op 30-10-2017
bitterzoet
betekenis & definitie