half - Hoofdtelwoord
1. de helft (½)
half - Bijvoeglijk naamwoord
1. de helft zijnde
Woordherkomst
van Middelnederlands half
Uitdrukkingen en gezegden
♦ Beter een half ei dan een lege dop.
beter iets dan helemaal niets
♦ Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald.
je kan beter iets voortijdig stoppen dan doorgaan tot het helemaal verkeerd gaat; wanneer je in de gaten hebt dat dit het niet de goede weg is, kun je beter stoppen en opnieuw beginnen
♦ De brutalen hebben de halve wereld.
wie brutaal is krijgt doorgaans meer dan dat diegene recht op heeft
♦ Een half ei is beter dan een lege dop.
beter iets dan niets
♦ Een goed begin is het halve werk.
beter een goede start te maken dan later puin te moeten ruimen ofwel: met een goede voorbereiding kan het werk goed en snel gedaan worden
♦ Een goed verstaander heeft maar een half woord nodig.
♦ Gedeelde smart is halve smart.
als je over problemen praat, dan kan je het makkelijker verwerken; door de problemen/ellende van een ander is het gemakkelijker de eigen problemen/ellende te dragen
♦ Goed begonnen is half gewonnen.
een goed begin is het halve werk
♦ Goed gereedschap is het halve werk.
door de juiste hulpmiddelen te gebruiken wordt het karwei snel geklaard
Gepubliceerd op 04-12-2017
half
betekenis & definitie