bijten - Werkwoord
1. (ov) iets afsnijden of afscheuren door tanden tegen elkaar te duwen tijdens vechten of om te eten
♢ De hond beet de arrestant in de benen.
♢ Ik bijt in een appel
bijten - Werkwoord
1. een bijt maken (in het ijs)
bijten - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bijt
Gepubliceerd op 10-11-2017
bijten
betekenis & definitie