betamelijk - Bijvoeglijk naamwoord
1. fatsoenlijk
♢ Hij gaf mij een betamelijk antwoord.
Woordherkomst
afgeleid van 'betaam' (stam van het werkwoord betamen) met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
Antoniemen
onbetamelijk
Verwante begrippen
behoorlijk, gepast, geschikt, keurig, passend, voegzaam, welvoeglijk
Gepubliceerd op 10-11-2017
betamelijk
betekenis & definitie