beschenken - Werkwoord
1. (ov) iemand ~ met: aan iemand een schenking doen toekomen
♢ Keizer Alexander I van Rusland beschonk hem met het grootkruis van St. Andries
2. (ov) van alcoholische drank voorzien
♢ Men beschonk mij, ik werd beschonken, en daarna was de zaak snel beklonken.
3. (refl) zich ~ zich dronken voeren
♢ Want ik beschonk me met je zoete tranen, maar geen kroeg schenkt mij vannacht de drank.
Woordherkomst
afgeleid van schenken met het voorvoegsel be-
Gepubliceerd op 10-11-2017
beschenken
betekenis & definitie