beschaafd - Bijvoeglijk naamwoord
1. net en goed opgevoed
♢ De beschaafde jongen gaf zijn plaats in de bus aan de oudere man.
2. een hoge ontwikkeling hebbend
♢ De Engelsen vinden zich een beschaafd volk, maar als ze alcohol gebruiken kun je dat niet van iedereen uit Engeland zeggen.
beschaafd - Werkwoord
1. voltooid deelwoord van beschaven
Woordherkomst
Voltooid deelwoord van beschaven
Synoniemen
geciviliseerd, welgemanierd, welopgevoed, wellevend
Antoniemen
onbeschaafd
Gepubliceerd op 10-11-2017
beschaafd
betekenis & definitie