Gepubliceerd op 10-11-2017

benut

betekenis & definitie

benut - Werkwoord
1. enkelvoud tegenwoordige tijd van benutten
2. gebiedenwijs van benutten

benut - Deelwoord
1. voltooid deelwoord van benutten
1. vormt de voltooide tijden
Hij heeft zijn kans benut.
2. vormt de lijdende vorm
De bestaande wetgeving wordt niet ten volle benut.
De ruimte in deze kamer wordt optimaal benut.
De coupons kunnen uitsluitend benut worden tijdens de openingstijden.
3. attributief gebruikt
Het team kwam na rust gelijk door een benutte strafschop.
4. als naamwoordelijk deel van het gezegde gebruikt
Elke ruimte is benut.
Het volledige subsidiebedrag is benut om het project van de grond te krijgen.