behendig - Bijvoeglijk naamwoord
1. een goede lichaamscoördinatie bezittend
♢ Hij is een stuk behendiger geworden.
2. handig, snel, vlug, vaardig
♢ Hij was een behendig toneelspeler.
behendig - Bijwoord
1. op behendige wijze
♢ Behendig wist de inbreker de gevel te beklimmen en zich door het openstaande raam te wurmen.
Woordherkomst
afgeleid van hand met het voorvoegsel be- met het achtervoegsel -ig
Synoniemen
[2] bedreven, bekwaam, handig
Antoniemen
onbehendig
Gepubliceerd op 10-11-2017
behendig
betekenis & definitie