argeloosheid - Zelfstandignaamwoord
1. het argeloos zijn, (de onschuld of eenvoud van iemand, die aan geen kwaad denkt, niets kwaads vermoedt)
Woordherkomst
afgeleid van argeloos met het achtervoegsel -heid
Gepubliceerd op 17-10-2017
argeloosheid
betekenis & definitie