Gepubliceerd op 31-10-2017

ambtswoning

betekenis & definitie

ambtswoning - Zelfstandignaamwoord
1. een woning die is toegewezen aan de beoefenaar van een ambt
De Britse premier Theresa May wordt in reactie op de aanval door veiligheidsmensen afgevoerd bij het parlementsgebouw en snel per auto naar haar ambtswoning aan Downing Street gebracht. Bij de Cabinet Office aan Whitehall zit ze aan het einde van de middag een bijeenkomst voor van het noodcomité Cobra, dat verantwoordelijk is voor de coördinatie van de reactie op ernstige incidenten. Eerder kwam deze commissie bijeen na de terreuraanslag op het Londense openbaar vervoer op 7 juli 2005.

Woordherkomst
samenstelling van ambt en woning met het invoegsel -s-

Synoniemen
dienstwoning