woning - Zelfstandignaamwoord
1. een doorgaans afgesloten constructie waarin men kan leven
♢ In het flatgebouw waren 20 woningen gereed voor bewoning.
Woordherkomst
Naamwoord van handeling van wonen met het achtervoegsel -ing
Uitdrukkingen en gezegden
♦ de woning binnenstappen
in de woning gaan
♦ de woning uit moeten
uit de woning gezet worden
Gepubliceerd op 31-10-2017
woning
betekenis & definitie