Gepubliceerd op 31-10-2017

alomvattend

betekenis & definitie

alomvattend - Bijvoeglijk naamwoord
1. compleet, alles bij elkaar
De nieuwe grachtengordel heet de dikke, rijk geïllustreerde pil over het Algemeen Uitbreidingsplan (AUP) van Amsterdam. Voor niet-ingewijden zal dit een verrassende titel zijn. Want voor veel Amsterdammers die er niet wonen, is Amsterdam Nieuw-West, het omvangrijkste onderdeel van het AUP, in de eerste plaats een saai stadsdeel waar je voor het tijdperk van de smartphone altijd verdwaalde als je moest voetballen tegen Blauw-Wit of een andere club in Amsterdam Nieuw-West. Maar onder architectuurhistorici is het ontzag voor het AUP even groot als voor de alom geliefde Grachtengordel, de grootste planmatige 17de-eeuwse stadsuitbreiding ter wereld. Ook de zes auteurs van De nieuwe grachtengordel laten in hun geschiedenis van het AUP geen onvertogen woord vallen over Buitenveldert en Westelijke Tuinsteden als Geuzenveld en Slotermeer. De eerste aanzet tot het AUP werd al in de jaren twintig gegeven. Om de groei van Amsterdam in goede banen te leiden, wilde het stadsbestuur toen een alomvattend plan voor de stadsuitbreidingen. Daartoe werd de Dienst Stadsontwikkeling opgericht, die pas na jarenlange sociaal-economische onderzoeken in 1935 met het AUP kwam.

Woordherkomst
samenstelling van al en omvattend

Synoniemen
universeel, algemeen, alzijdig, wereldwijd, volledig