Gepubliceerd op 31-10-2017

akela

betekenis & definitie

akela - Zelfstandignaamwoord
1. leider van een groep welpen bij de padvinderij
Die dag trouwde Hendrik Christiaan Gerard de Vries met Theuntje van der Wal – mijn ouders. Zij was zo te zien akela en hij hopman. Niemand kon vermoeden dat de erehaag van padvinders en verkenners betekende dat beiden later in hun leven spitsroeden zouden lopen.

Woordherkomst
uit het Hindi: eenzaam en alleen