afvoeren - Werkwoord
1. (ov) verwijderend wegleiden
♢ De gevangenen werden afgevoerd naar het kamp.
♢ De uitlaatgassen worden afgevoerd in een pijp die boven het dak uitsteekt.
afvoeren - Werkwoord
1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van afvaren
♢... dat wij afvoeren
♢... dat jullie afvoeren
♢... dat zij afvoeren
afvoeren - Zelfstandignaamwoord
1. meervoud van het zelfstandig naamwoord afvoer
Woordherkomst
samenstelling van af(bijwoord) en voeren(werkwoord)
Verwante begrippen
exporteren
Gepubliceerd op 31-10-2017
afvoeren
betekenis & definitie