afmaken - Werkwoord
1. (ov) iets tot voltooiing brengen
♢ Heb je je werk al afgemaakt?
2. (ov) doden, euthanasie bedrijven op een dier
♢ Ter bestrijding van de epidemie werd op grote schaal het vee afgemaakt.
3. iemand zoveel negatieve kritiek geven dat hij het nooit meer zal proberen
♢ Een leraar zal altijd proberen positieve kritiek te geven die de leerling zal aanmoedigen om het de volgende keer beter te doen. Een leraar mag nooit zijn leerlingen afmaken want dan zijn ze niet meer gemotiveerd om hun best te doen.
Woordherkomst
samenstelling van af(bijwoord) en maken(werkwoord)
Gepubliceerd op 31-10-2017
afmaken
betekenis & definitie