aflaat - Zelfstandignaamwoord
1. (religie) een kwijtschelding van tijdelijke straffen die men zou moeten ondergaan na het sterven, binnen de rooms-katholieke traditie
♢ In de middeleeuwen kochten veel mensen aflaten tegen woekerprijzen.
aflaat - Werkwoord
1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflaten
♢... dat ik aflaat
2. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflaten
♢... dat jij aflaat
3. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflaten
♢... dat hij aflaat
Woordherkomst
uit het Middelnederlands
Gepubliceerd op 31-10-2017
aflaat
betekenis & definitie