Gepubliceerd op 31-10-2017

affiliëren

betekenis & definitie

affiliëren - Werkwoord
1. (refl) zich affiliëren aansluiten bij
Een vraag die in de sociale psychologie veelvuldig naar voren komt is met wie wij ons als mens graag affiliëren.
1. (religie) (rooms-katholiek) als onderdeel aansluiten bij een orde
In 1493 affilieerde het naburige zusterhuis Mariengarden te Schüttorf zich met het zusterhuis Mariënwold te Frenswegen.|#
2. (refl) zich affiliëren (figuurlijk) dezelfde opvattingen laten zien, verwantschap tonen
Daarnaast affiliëren veel extreemrechtse groepen zich met het nazisme (…).
3. (intr) lid of zelfstandig onderdeel zijn van
Die belangrijke beslissing zette tal van broeders van andere werkplaatsen tot affiliëren aan.
1. deel gaan uitmaken van een samenwerkingsverband van een academisch ziekenhuis en een niet-academisch ziekenhuis
Veel van die ziekenhuizen zeggen onder druk van de specialisten: nee, niet affiliëren met een academisch ziekenhuis hoor.|#
4. (intr) (figuurlijk) geestverwant zijn van
(…) de economische sector, een terrein waar erfgoedbeheerders zich doorgaans minder mee geaffilieerd voelen.
5. (ov) met betrekking tot personen als lid opnemen
Opgericht eind 1881 door sociaal-democraten, affilieerde ze in 1914 een kwart van de Gentse bevolking!
1. (vrijmetselarij) een vrijmetselaar uit een andere loge als lid in een loge opnemen
In 1789 werd hij geaffilieerd bij de Loge zu den drei Schwerdtern, te Dresden, (…)|#
2. (religie) (rooms-katholiek) opnemen in een klooster of orde als deelgenoot met de daaraan verbonden rechten
In 1475 vinden wij hem als terminarius te Arnhem, terwijl hij in het volgend jaar geaffilieerd werd aan het dominicanen-klooster te Nijmegen, en aldaar eerlang tot prior verheven.|#
3. (verouderd) als kind in de familie opnemen, adopteren
4. (verouderd) (figuurlijk) als eigen voortbrengsel aanvaarden
Ik heb volstrekt geen ambitie of lust om iets, wat het ook zij, in 't licht te geven; doch, wanneer ik zulks eens doe, op verzoek, heb ik er nog veel minder lust in om bastaard-onzin te affilieren, mij door 't verzuim of de stommigheid van een verraderlijk drukker op den hals gedraaid, en dien ik mij schamen zou ter neder geschreven te hebben.|#
6. (ov) met betrekking tot organisaties als zelfstandig onderdeel in een groter geheel opnemen
IBE werkt momenteel aan de uitbreiding van het consortium via het affiliëren van extra leden, waaronder VUB.
In 1954 richtte hij de People's Action Party op welke geaffilieerd is met de internationale socialistische beweging.
1. (bedrijfskunde) in een groep ondernemingen samenvoegen
APEC is geaffilieerd met het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen.|#
2. (vrijmetselarij) als loge gaan horen bij een ander grootoosten of een andere grotere loge dan oorspronkelijk
3. (religie) (rooms-katholiek) als onderdeel opnemen in een orde
Hij kreeg dat jaar de machtiging om de Broederschap te affiliëren aan de Aartsbroederschap van O.L. Vrouw van Lourdes.|#

Woordherkomst
afgeleid van het Franse affilier (met het achtervoegsel -eren)

Verwante begrippen
[5],[6] aannemen