afbraak - Zelfstandignaamwoord
1. de actie van iets af te breken, het slopen
♢ Bij de afbraak van de kerk werd een oude crypte ontdekt.
2. (scheikunde) de ontbinding van een scheikundige stof in kleinere bestanddelen
♢ De afbraak van alcohol gebeurt voornamelijk in de lever.
Woordherkomst
verkorting van afbraakpand ?
Antoniemen
[1] bouw, opbouw
[2] synthese
Gepubliceerd op 31-10-2017
afbraak
betekenis & definitie