Gepubliceerd op 31-10-2017

afbraak

betekenis & definitie

afbraak - Zelfstandignaamwoord
1. de actie van iets af te breken, het slopen
Bij de afbraak van de kerk werd een oude crypte ontdekt.
2. (scheikunde) de ontbinding van een scheikundige stof in kleinere bestanddelen
De afbraak van alcohol gebeurt voornamelijk in de lever.

Woordherkomst
verkorting van afbraakpand ?

Antoniemen
[1] bouw, opbouw
[2] synthese