Gepubliceerd op 31-10-2017

aantrekkelijk

betekenis & definitie

aantrekkelijk - Bijvoeglijk naamwoord
1. bekoorlijk, fijn, leuk, knap
Ze spelen aantrekkelijk voetbal.
Een filmster is vaak een aantrekkelijke vrouw.
Het is een aantrekkelijk plan om eerst hard te gaan werken en daarna op vakantie te gaan.
2. (verouderd) licht geraakt, zich dingen aantrekkend
En toch was hij, ten gevolge van zijn ligchaamsgestel, niet zelden zwaarmoedig gestemd en doorgaande gevoelig en aantrekkelijk.<ref>Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden. (1864).<br/>Handelingen en mededeelingen van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden over het jaar. Leiden, E.J. Brill.</ref>

Woordherkomst
Naamwoord van handeling van aantrekken met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-

Antoniemen
[1] afstotelijk