aaibaar - Bijvoeglijk naamwoord
1. mogelijk om te aaien, benaderbaar
♢ Wilde konijnen zijn niet zo aaibaar als tamme.
2. vriendelijk.
♢ Zij heeft een aaibaar uiterlijk.
Woordherkomst
Naamwoord van handeling van aaien met het achtervoegsel -baar.
Verwante begrippen
aai, aaien, aaibaarheid, aaibaarheidsfactor
Gepubliceerd op 31-10-2017
aaibaar
betekenis & definitie