Gepubliceerd op 31-10-2017

aaibaar

betekenis & definitie

aaibaar - Bijvoeglijk naamwoord
1. mogelijk om te aaien, benaderbaar
Wilde konijnen zijn niet zo aaibaar als tamme.
2. vriendelijk.
Zij heeft een aaibaar uiterlijk.

Woordherkomst
Naamwoord van handeling van aaien met het achtervoegsel -baar.

Verwante begrippen
aai, aaien, aaibaarheid, aaibaarheidsfactor