Die richting in de kenleer, welke meent de waarheid met behulp van de zuivere rede (ratio) langs logisch-deductieven weg te kunnen afleiden uit aprioristische gegevens. In tegenstelling dus van het empirisme, dat de kenbron der waarheid zoekt in de ervaring; en evenzoo van het intuïtionisme en het mysticisme, die weer andere kenbronnen huldigen.
Volgens het rationalisme ligt de ware bron van kennis in het juiste denken, welks uitkomsten, juist omdat zij onafhankelijk zijn van alle bijzondere en persoonlijke ervaringen, aanspraak kunnen maken op eene algemeengeldigheid als vereischt wordt voor eene volstrekte waarheid. Het rationalisme laat dan ook slechts datgene voor waar gelden, wat door de rede als zoodanig erkend wordt.In de godsdienstphilosophie staat deze richting lijnrecht tegenover het openbaringsgeloof, evenals tegenover het piëtisme, de godsdienstige beleving, of eiken anderen vorm van op het gevoel gegrondvesten godsdienst.