Het huwelijk eener vrouw met den broeder haars overleden echtgenoots, indien haar huwelijk kinderloos was gebleven: een echtverbintenis, waartoe de overlevende broeder verplicht was volgens de Mozaïsche wet (zie Deuter. XXIV: 5 en 6).
De eerstgeborene uit dat nieuwe huwelijk werd dan gerekend een zoon te zijn van den overleden eersten echtgenoot.