De naam, gegeven aan het systeem der zoogen. zuivere ervaring van Richard Avenarius (♱1896) en van zijn leerling Petzold. In dit stelsel zoekt men alle metaphysische bijmengsels en insluipsels zorgvuldig uit de kenleer te weren.
Van al dergelijke storende elementen wilde Avenarius de ervaring zuiveren, en uit de leer van het kenvermogen alle introjectie verwijderen. Onder „introjectie” verstaat hij het overbrengen van eigen innerlijk beleven op de buitenwereld, waardoor eene splitsing ontstaat in subject en object, die de werkelijkheid vervalscht. Als den grond van dit verkeerdelijk denken en philosopheeren beschouwt Avenarius ons streven naar zelfbehoud: al datgene toch, wat ons onbegrijpelijk voorkomt, stoort ons geestelijk evenwicht; en wij zoeken daarom, zij het ook slechts in schijn, die onbegrijpelijkheid zoo goed mogelijk op te heffen. Vgl. ejectief.