De stichter van deze godsdienstige sekte was Jean de Labadie, in 1610 te Bourg (Frankrijk) geboren. Hij studeerde in de Jezuïetenschool te Bordeaux, doch werd in 1650 Protestant. Achtereenvolgens was hij nu predikant te Montauban, Orange, Genève, Middelburg (1666) en Amsterdam (1669).
In de laatste stad stichtte hij zijn eigenlijke eerste gemeente, waarin hij, op voorbeeld der eerste Christengemeenten, gemeenschap van goederen invoert, terwijl volgens zijn leer alle mensen gelijk waren. Daardoor achtte de overheid deze sekte gevaarlijk en verbood ze. Nu begaf zich Labadie naar Duitsland, waar hij ook meermalen van de ene plaats naar de andere verdreven werd. Hij stierf in Altona in 1674. Hierheen was hem o. a. gevolgd de bekende Anna Maria Schuurman, die een ijverige aanhangster zijner leer was. Na zijn dood vestigden de Labadisten zich te Wieuwerd in Friesland, waar zij door de bescherming van den ambachtsheer Cornelis Aerssen, de state Thetinga aankochten. Hier bestond de gemeente nog langen tijd, doch ten slotte werd de gemeenschap van goederen opgeheven, daar slechts enkele personen voor allen het onderhoud moesten verdienen, waartoe zij ten slotte niet meer genegen waren (o. a. maakte een apotheker grote winsten met de z.g. den „Labadistenzalî"). Van toen al ging de gemeente snel achteruit, zoodat zij spoedig ophield te bestaan (1732).