Custos (Lat. custos = wachter, hoeder) noemde men in de oude christelijke kerk den persoon, die het kruis in bewaring had (custos crucis); de custos martyrum had het opzicht over de reliquieën der martelaren en de custos sepulcrorum was belast met het toezicht op de graven der Heiligen.
Later noemde men custos ook den bewaarder der kerk, uit welk woord ons koster ontstond. Tegenwoordig worden ook de opzichters van een bibliotheek of museum custos genoemd.