Drude. Fam.
Palmae. Maripa, SUR en N.E., Kokoelitoe, AROW. Een vooral in de binnenlanden veel voorkomende palm, die groote afmetingen kan aannemen. De reusachtige bladeren worden wel 25 voet lang. De vruchttros (soms ziet men 2 of 3 tegelijk aan één boom) is 2 tot 3 voet lang en bevat honderden ovale, spits toeloopende vruchten, iets kleiner dan een kippenei. Het dunne vruchtvleesch om de steenharde zaden wordt gegeten, evenals de kernen. Hieruit maken de Boschnegers en Indianen een zeer goede spijsolie.
De bladkroon levert de beste palmkool; om deze te verkrijgen wordt de boom omgehakt. Ook de vruchtscheede wordt door Boschnegers en Indianen gebruikt, n.l. om er van allerlei in te bewaren, in de eerste plaats de ingezamelde maripavruchten zelve.