Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 13-08-2019

Zionisme

betekenis & definitie

is de naam van de beweging onder de Joden in de verstrooiing (zoals men de positie der Joden na de verbanning uit hun land noemt), om te komen tot het herstel van een zelfstandige Joodse natie op den historischen bodem van Palestina. Reeds omstreeks het midden van de 19de eeuw ontstonden stromingen, welke als voorlopers van deze beweging kunnen worden beschouwd en die o.a. leidden tot de vestiging van enige Joodse kolonies in het Heilige Land.

Den stoot tot de verwezenlijking van de Zionistische gedachte gaven dr. Theodor Hertzl en Max Nordau.

Op hun initiatief kwam in 1897 te Bazel het eerste Zionistencongres bijeen, waar de Zionistische organisatie werd gesticht en het „programma van Bazel” werd goedgekeurd. Het doel was het verkrijgen van een publiekrechtelijk gewaarborgde woonplaats voor het Joodse volk in Palestina.Verschil van opvatting over de taak van het Zionisme leidde in 1903 tot de stichting van de „Mizrachi”, een afzonderlijke groep van orthodoxe Zionisten, die de verwezenlijking van het programma van Bazel wensen op de basis en in den geest der Joodse wet. Sinds 1901 bestaat ook een groep van Zionistische arbeiders, de „Poale Zion”, die socialistisch getint is.

In 1899 richtte de jorganisatie een Joodse koloniale bank (Jewish Colonial Trust Ltd) op. En enige jaren later werd het Joodse Nationale Fonds gevormd.

Tijdens den Wereldoorlog werd Palestina in 1917 door de Britse troepen veroverd. Daarna volgde de zgn. Balfour-declaratie, waarin de toenmalige minister van Buitenlandse Zaken verklaarde, dat Engeland de vestiging in Palestina van een „national home” voor de Joden wenste.

Bij het verdrag van Versailles werd aan Engeland het mandaat over Palestina toegewezen, zodat deze mogendheid zich te Jeruzalem liet vertegenwoordigen door een Hogen Commissaris. Een snelle uitvoering van de Zionistische plannen stuit op economische en politieke bezwaren van allerlei aard, zie: Jeruzalem en Palestina.

Wel zijn er sinds den Wereldoorlog honderdduizenden Joden, vooral uit Rusland, de Randstaten en Duitsland naar Palestina getrokken, maar evenwijdig met de door hen ontwikkelde activiteit loopt de tegenactie der Arabieren, die herhaaldelijk tot opstanden leidde; tot openlijk, maar vooral ook stil verzet tegen den Mandataris, Engeland.

Al worden er nu ook weer pogingen gedaan, om door besprekingen door alle betrokken partijen een oplossing te vinden voor het Joodse vraagstuk, het ziet er nog niet naar uit, dat de Zionistische gedachte: een vrij Palestina voor de Joden spoedig zal zijn verwezenlijkt. Maar ook hier kan ’t ras verkeren.

In 1929 werd de Zionistische organisatie, die bij de instelling van ’t Palestina-mandaat door de mogendheden als officiële vertegenwoordigster van ’t Joodse volk werd erkend, omgezet in de „Jewish Agency”.

< >