Bij de Oude Grieken betekende het woord tyrannos oorspronkelijk een alleenheerser zonder meer, later ’n heerser, die niet door erfopvolging, maar door een staatsgreep tot de alleenheerschappij was gekomen. Het woord wees dus wel op overweldiging, maar niet op wreedheid of willekeur.
Omdat deze vorsten, waaronder kundige regeerders voorkwamen, zich door bijzondere maatregelen moesten handhaven, kreeg later het woord tiran de betekenis van wreedaardig onderdrukker.