Het laatste grote tijdperk van onze aardgeschiedenis, het Neozoïcum of Kainozoïcum, wordt weer in tweeën gedeeld en wel in het tertiair en in het quartair, de periode, waarin we thans nog leven.
Het tertiaire tijdperk is een zeer belangrijke periode in onze aardgeschiedenis geweest. Sterke bergvormende bewegingen hebben er in plaats gehad. Toen moeten de Alpen, Himalaya, Rocky Mountains en Andes o.a. ontstaan zijn. Door het inkrimpen van het aardoppervlak bij het afkoelen kreukt en rimpelt de aardkorst, waardoor de gebergten ontstaan. Ook de werking der vulkanen speelde in deze periode een rol, vooral in midden-Europa.
Wat de dieren betreft, merken we op, dat de slakken in deze periode een tijdperk van bloei beleefden; talloos zijn de soorten en groot is hun aantal. Het is de tijd van het barnsteen met de daarin goed bewaarde insecten.
In het tertiair naderen wij reeds den ijstijd. In de oudste lagen vinden wij nog veel dieren, die alleen in de warme zeeën kunnen leven, in de jongere lagen treffen wij meer dieren uit de poolgewesten aan.
Verder moeten er tijdens het tertiair reusachtige haaien geleefd hebben, blijkens de gevonden fossielen. Alle tegenwoordige soorten zoogdieren waren reeds in deze periode aanwezig, maar of de mens toen reeds bestond, is nog niet vastgesteld.
