is de naam van een volk, dat in de Oudheid woonde langs de Oostkust der Middellandse Zee, Kanaän, langs de kust uitgestrekt en telde verscheidene havens, die reeds 2000 jaren v. Chr. in de Egyptische geschiedenis genoemd worden.
Daar lagen een aantal onderling onafhankelijke steden, als bijv. Tyrus en Sidon.
De Libanon beschermde hen voor aanvallen uit het Oosten en zo konden ze zich vreedzaam geheel aan handel en scheepvaart wijden. De smalle kuststrook, die zij bewoonden, leverde namelijk te weinig landbouwproducten op, om daarin een voldoende bestaan te vinden.
De producten, die de karavanen uit het Oosten en Zuiden aanvoerden, verhandelden zij over zee naar het Westen. Ook zijn er bewijzen van hun contact met Kreta en met Griekenland.Maar de Phoeniciërs hebben nog verdere tochten gemaakt: Italië, Spanje, mogelijk zelfs Engeland en de Westkust van Afrika zijn door hen op hun handelstochten bezocht. Carthago en Cadix waren Phoenicisohe nederzettingen.
Phoenicië bereikte het toppunt van zijn bloei tussen 1200 en 900 v. Chr., na den ondergang van den concurrent Kreta, en die bloei duurde met tussenpozen door, tot Alexander de Grote in 332 v. Chr. Phoenicië verwoestte. Daarna heeft alleen Carthago nog betekenis.