Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Krediet

betekenis & definitie

betekent vertrouwen op het gebied van geldelijke aangelegenheden. Als iemand een hoed koopt en overeenkomt, dat die eerst over drie maanden betaald zal worden, dan geniet hij krediet.

Als iemand zijn inkopen voor zijn huishouding op jaarrekening koopt, dan wordt hem krediet verleend, d.w.z. de leveranciers vertrouwen, dat hij op den gezetten tijd betalen zal.Hetzelfde verschijnsel doet zich ook in den handel voor; ook in het handelsverkeer wordt krediet gevraagd en gegeven; ofschoon niet altijd en lang niet aan iedereen. In den eigenlijken groothandel is het stellig geen regel krediet te geven; wel neemt men soms genoegen met betaling in den vorm van een wissel of een promesse, die door de daaraan verbonden rechtskracht enige zekerheid biedt, dat de schuldenaar zijn verplichtingen zal nakomen. Daarentegen is het wèl regel, dat de groothandel aan wederverkopers of aan de fabrikanten, die hij van grondstoffen voorziet, krediet verleent. De grondgedachte hiervan is, dat de kleine handelaar of de fabrikant den tijd moet hebben de goederen te verkopen of het fabrikaat aan den man te brengen, om dan uit de opbrengst den groothandelaar te betalen. Deze treedt dan als het ware als de geldschieter op en vindt in zijn winst zijn risico vergoed.
In het grote handelsverkeer is het geven van krediet de taak der banken. Echter niet zonder onderpand. Indien een koopman zijn bedrijfskapitaal grotendeels heeft aangewend tot het doen van inkopen en de goederen zijn wèl reeds verkocht, maar nog niet aangekomen, dus nog niet geleverd en dus ook nog niet betaald, dan kan hij het cognossement, waarop de goederen verscheept zijn, bij een bank belenen; d.w.z. hij kan het cognossement aan de bank afstaan en tegen dat onderpand geld bekomen.
Zo kan men ook op zijn voorraad goederen of door het afstaan van vorderingen geld opnemen. Ook op onderpand van effecten kan geld geleend worden; dit heet geld lenen op prolongatie.
Eveneens wordt er, en dit op zeer grote schaal, geld verstrekt op onderpand van huizen en landerijen (of schepen), op onroerend goed dus. Dit heet geld geven op hypotheek.
In alle gevallen echter, waarin tegenover krediet een onderpand gegeven wordt, speelt het vertrouwen wel een zekere rol, maar het onderpand blijft de hoofdzaak.
Het vertrouwen treedt wat meer op den voorgrond, als er geen onderpand verstrekt wordt, maar iemand voor den schuldenaar borg blijft. In dit geval is echter het vertrouwen in den borg belangrijker dan dat in den krediteur, ofschoon dit ook niet zonder belang is.
Geheel anders ziet de zaak er uit bij het verlenen van b l a n k o-k r e d i e t. Wanneer een bank met den geldelijken toestand van een koopman of fabrikant door en door bekend is, dan komt het voor, dat deze hem een krediet toestaat zonder enig onderpand en dan natuurlijk tot een te voren bepaald en beperkt bedrag. In dit geval komt het woord krediet weer in zijn oorspronkelijke betekenis terug, het geldt hier vertrouwen en niets dan dat.

< >