is de naam van een bergketen, die tot het Himalaya-gebergte (deze naam in den meest uitgebreiden zin genomen) behoort, het gebergte dat Voor-Indië van Tibet scheidt. Tussen den eigenlijken Himalaya en den Karakorum stroomt de Indus.
Het gebergte is zeer hoog en op sommige plaatsen ontoegankelijk.De enige pas, die er door loopt, is een groot deel van het jaar niet begaanbaar. Vanzelfsprekend leven in deze ijs-, sneeuwen steenwoestenij maar zeer weinig mensen. Vooral in de laatste halve eeuw heeft de Karakorum veel belangstelling van wetenschappelijke onderzoekers getrokken en onder die onderzoekers nemen onze landgenoten, Dr. Visser en zijn vrouw, een belangrijke plaats in.
Heel wat lezingen heeft dr. Visser (die om zijn verdiensten als onderzoeker tot dr. honoris causa is benoemd) over dit merkwaardige gebied gehouden en heel wat artikelen er over geschreven. Voor hen, die hem gehoord of zijn werk gelezen hebben, is het wél duidelijk met welke moeilijkheden een expeditie in deze gebieden te kampen heeft: dragers moeten al het voedsel meenemen, want dat is daar hoog in het gebergte niet te vinden, telkens woeden er sneeuwstormen, storten er lawines omlaag; zeer gevaarlijk is het trekken door de steenwoestenijen, langs de steile berghellingen en over de smalle graten.
Al die onderzoekers hebben een schat van gegevens verzameld over de geologische en geographische gesteldheid van het gebied, over den plantengroei in de dalen, over de dierenwereld, enz.