Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Heemskerk, Jan

betekenis & definitie

Jan Heemskerk (1818—1897) is een bekend conservatief minister uit de vorige eeuw. Van 1866—1868 was hij in het kabinet van Zuylen van Nijevelt voor den eerste keer minister (van Buitenlandse Zaken).

In 1874 wordt hij voor kabinetsformatie aangewezen en aanvaardt hij in het kabinet zelf de portefeuille van Binnenlandse Zaken.
Zijn belangrijkste werk in deze periode is de regeling van het Hoger Onderwijs; er komen drie Rijks Universiteiten, ’t Athenaeum van Amsterdam wordt Gemeentelijke Universiteit en ook ’t gymnasiale onderwijs wordt geregeld.
In 1877 moet hij aftreden; in de nu volgende jaren wordt het steeds duidelijker, dat grondwetsherziening noodzakelijk is.
Wanneer Heemskerk in 1883 weer aan ’t bewind komt, pakt hij direct dit vraagstuk aan en ’t lukt hem werkelijk, nadat hij zeer veel moeilijkheden uit den weg geruimd heeft, de gewenste verbeteringen aan te brengen. Het kiesrecht wordt ten naastebij algemeen, het aantal leden van de Tweede Kamer wordt definitief vastgesteld op 100. Ook wordt bepaald, dat de leden van de Tweede Kamer om de vier jaar aftreden.
Tevens wordt de troonsopvolging in deze grondwetsherziening nader geregeld.
In 1888 is Heemskerk genoodzaakt af te treden, aangezien hij niet meer kan rekenen op den steun van de nieuwe Tweede Kamer, die volgens de nieuwe regeling gekozen is.

< >