Velen van jullie zullen wel eens gehoord hebben van 't studentenlied „Io vivat”, dat bij allerlei plechtige gelegenheden gezongen wordt. Daarnaast hoort men echter ook wel het „Gaudeamus” zingen, het Duitse studentenlied.
Toen die liederen ontstonden, was Latijn nog de taal op de universiteit en zo zijn dan ook deze liederen in ’t Latijn gedicht.Het eerste couplet van ’t Gaudeamus, dat je ’t meeste hoort, luidt:
Gaudeamus igitur Juvenes dum sumus;
Post jucundam juventutem Post molestam senectutem Nos habebit tumulus.
wat, vertaald, betekent:
Laten wij vrolijk zijn, Zolang we jong zijn.
Na de pleizierige jeugd, Na den beklagenswaardigen ouderdom Zal de grafheuvel ons ontvangen.
En wil jullie het Gaudeamus op zijn allermooist horen, spits dan de oren, als de Akademische Festouverture van Johannes Brahms gespeeld wordt. Die heeft daarin allerlei leuke studentenliederen (Wir hatten gebauet ein stattliches Haus en het bekende Was kommt dort von der Höh’?) verwerkt, welke dan ten slotte tot een geweldige wedergave van het Gaudeamus leiden, die je in die prachtige instrumentatie niet licht zult vergeten.
