wil zeggen: het vaststellen van de partijen van de verschillende muziekinstrumenten bij de uitvoering van een muziekstuk. Wanneer een muziekstuk b.v. aanvankelijk alleen voor piano geschreven is, heet het bepalen van de partijen voor de strijk-, blaas- en slag-instrumenten dus instrumenteren. ’t Is geen gemakkelijk werkje, een pianostuk te instrumenteren, zodat het, door een orkest gespeeld, goed klinkt.
Over het geheel is de instrumentatie moeilijker geworden, naarmate het orkest zich uitbreidde tot het veelsoortige geheel, dat het nu is.
Ook de notaris en de deurwaarder doen aan... instrumentatie. Zij instrumenteren — gelijk het plechtig heet. Doch met muziek heeft dat niets uit te staan. Instrumenteren betekent hier alleen: in hun ambt optreden.