zijn blauw brandende vlammetjes, die dikwijls boven moerassen, poelen enz. worden waargenomen en wel op plaatsen, waar organische stoffen tot rotting overgaan — zie ook: Orgaan.
Hierbij ontwikkelt zich, wanneer de omstandigheden er gunstig voor zijn, een gas, dat moerasgas wordt genoemd en waarin soms een klein beetje fosfoorwaterstof aanwezig is. Dit fosfoorwaterstofgas ontbrandt,zodra het met de lucht in aanraking komt, uit zichzelf en steekt het moerasgas aan waardoor een vlammetJje ontstaat. Aangezien deze vlammetjJes zeer kort branden,maar veelvuldigg op korten afstand van elkaar voorkomen, heeft het er den schijn van ,alsof het lichtje telkens verder springt, vandaar het woord dwaallichtjes.
