heet ook wel moerasgas. Het zit in den grond en ontsnapt in gasbellen, wanneer je met een stok in een donker uitziende, stilstaande sloot in den modderigen bodem wroet.
In het Westen van ons land, in de polders en droogmakerijen van Noord- en Zuid- Holland en Zeeland bevindt zich veel van dat moerasgas in den ondergrond, voorzover deze ondergrond uit veen bestaat. We mogen daarom aannemen, dat dit gas uit dat veen afkomstig is, en daar gevormd is door reeds lang vergane planten.
Enkele boerderijen gebruiken in deze gebieden dat gas als licht- en kookgas. Ze verzamelen het gas in een eenvoudige installatie op hun eigen terrein. In 1895 werd in de Beemster dit gas voor het eerst gebruikt.
Het eigenaardige is, dat sedert Wieringen met het vaste land is verbonden, de gasmassa in den ondergrond van den bodem van Noord-Holland zich blijkbaar verplaatst heeft, want plotseling zijn vele boerderijen van hun toevoer beroofd en komt gas op nieuwe plekken te voorschijn.
In streken waar petroleum voorkomt, kan de ondergrond zoveel gas bevatten, dat, zoals in 1894 in Indiana (N. Amerika) geschiedde, achttien steden, waaronder Chicago, hiermee van gas konden worden voorzien.