Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 09-08-2019

Broedergemeente

betekenis & definitie

Evangelische Broedergemeente (ook wel genoemd Gemeente der Moravische Broeders) is een godsdienstig genootschap. De Broedergemeente werd oorspronkelijk gevormd uit nakomelingen van Christenen, die in Moravië en Bohemen vervolgd werden en in 1722 een schuilplaats vonden op het landgoed Berthelsdorf in de Opper-Lausitz (Z.O.

Duitsland), een bezitting van den graaf von Zinzendorf. Zij vestigden zich aan de Zuidzijde van den Hutberg en noemden hun kolonie Herrnhut.

Zo komt het, dat de Broeders van de Moravische Gemeente ook wel Hernhutters worden genoemd. In 1728 werden onder leiding van den graaf von Zinzendorf enkele Christelijke geloofsregels opgesteld, die door alle Broeders werden aanvaard.De Broedergemeente wil geen aparte godsdienstige sekte zijn: zij kenmerkt zich alleen door een innig vromen, echt Christelijken omgang tussen de leden.

De gehele gemeente is verdeeld in z.g. „koren”: men heeft een koor van kinderen, van jongens, van meisjes, van ongehuwde broeders, van ongehuwde zusters, van gehuwden, van weduwnaars en van weduwen. Deze mensen streven vooral naar eenvoud en zuiverheid van zeden in het dagelijks leven. Zij dragen geen bizondere kleding, alleen dragen de zusters mutsjes met verschillend gekleurde linten: vuurrood voor de meisjes tot 18 jaar, roze voor de ongehuwde zusters, lichtblauw voor de getrouwde vrouwen en wit voor de weduwen.

Ze hebben een tamelijk ingewikkelde organisatie, doch het zou ons te ver voeren, hier dieper op in te gaan.

In Duitsland, Frankrijk, Zwitserland, Rusland en de Scandinavische landen vindt men afdelingen van de Broedergemeente. In ons land is er een gemeente te Zeist en Sociëteiten der Broederschap zijn er te Amsterdam en te Haarlem.

De Hernhutters hebben heel veel aan de Zending gedaan, vooral in ons Suriname.

Broederschappen. Godsdienstige Broederschappen of Confraternitates noemt men verenigingen van leken, die door de R. Katholieke kerkelijke overheden zijn goedgekeurd en onder kerkelijk toezicht staan. De leden van zo’n broederschap verplichten zich tot het verrichten van bepaalde gebeden en goede werken, die voor andere Katholieken niet verplicht zijn. Men heeft o.a. de Scapulierbroederschappen, de Broederschap van den Rozenkrans, de verschillende Maria-congregaties, enz.

Je moet deze godsdienstige Broederschappen vooral niet verwarren met de „Geestelijke Broederschappen” of Offergilden, die van de 10de tot de 16de eeuw over geheel West-Europa verspreid waren. Zij bestonden uit mensen, die zich vooral wijdden aan goede werken, b.v. armenzorg, het stichten van ziekenhuizen, enz.

< >