Als je een potlood in een glas water zet en je kijkt dan van terzijde naar het geval, dan lijkt het net, alsof het potlood daar, waar dit het wateroppervlak raakt, gebroken is en het deel, dat onder water is, schuiner loopt dan dat, wat boven ’t water uitsteekt.
Dit is een zogenaamd optisch bedrog, dat ontstaat, doordat de lichtstralen, die van het onder water zijnde gedeelte uitgaan, eerst door een laag water en dan door de lucht heen moeten, om ons oog te bereiken.
Water en lucht zijn stoffen van verschillende dichtheid. Bij het overgaan van de ene (water) in de andere (lucht) worden de lichtstralen van hun oorspronkelijke richting afgeleid.