Hulst, Ilex aquifolium

betekenis & definitie

Ilex: oorspronkelijk kwam deze naam toe aan de Steeneik en werd deze naam gegeven aan allerlei eiken met scherpe puntige bladeren. De bladeren van de hulst hebben een oppervlakkige gelijkenis met die van de Steeneik.
Aquifolium: de bladeren van de plant hebben een stekelig getande bladrand.
Hulst: de grondbetekenis van het woord ‘hulst’ blijkt ‘stekelige plant’, vandaar de Nederlandse naam.
Bijzonderheden:
• heeft leerachtige, wintergroene bladeren, die gemiddeld zo’n twee jaar meegaan;
• het is de enige ’s winters groen blijvende loofboom van de Noordwest-Europese flora;
• de bomen kunnen twee tot drie eeuwen oud worden;
• het hout was vroeger zeer gewild voor schaakstukken, inlegwerk en houtgravures. Men plantte bomen bij de huizen om blikseminslag af te weren;
• takken hulst zijn populair als kerstversiering;
• nog voor de tijd van de Christenen geloofde men dat takken met hulstbessen boze geesten afweerden;
• de steenvruchten zijn bij de meeste vogels niet erg in trek. Alleen appelvinken kunnen in een periode van overvloed toch een voorkeur voor hulstvruchten tonen. Lijsters eten ze pas aan het eind van de winter, als het andere fruit schaars is geworden. Deze vogels gebruiken de plant ook graag als broedplaats;
• talrijke plaatsaanduidingen houden verband met een opvallend aandeel dat Hulst in de vegetatie heeft of had. Zo is Hulshorst de naam van de hulstrijkste plaats van de Veluwe en draagt een Drents Eiken-Hulstbosje de naam Hulzedink.