Sempervivum: is samengesteld uit semper = altijd en vivum van het Latijnse werkwoord vivo = leven, dus langlevend of altijdlevend. Dit wijst op de eigenschap van de soorten van dit geslacht om zich bij grote droogte en gebrek aan water te kunnen handhaven.
Tectorum: is afgeleid van het Latijnse tectum = dak, omdat de plant in de regel op daken en muren voorkomt.
Huislook: het groeien op daken en muren en de enigszins lookachtige smaak heeft de plant de naam Huislook bezorgd.
Bijzonderheden:
• een oud gebruik was om bij naderend onweer een takje van Huislook (Donderkruid) op het haardvuur te leggen om zodoende dit natuurgebeuren af te wenden.
• De plant wordt al eeuwen als sierplant gekweekt in rotstuinen en ook toegepast op oude daken en muren. Vroeger plantte men deze plantjes op de nok van de rieten dak. De planten nemen veel water op. Als de bliksem insloeg, zou Donderblad ervoor moeten zorgen dat het vuur minder vat kreeg op het riet. Het plantje werd dan ook wel Donarkruid genoemd. In de rode bloemen die op de oude rozetten komen, zagen onze voorouders de rosse baard van Donar, de dondergod. Als je een ontstoken schrammetje had of een puistje gebruikte men een huislookblaadje. Het velletje werd eraf gehaald en de groene moes werd op de ontstoken huid gelegd. Ook aften werden op die manier te lijf gegaan. Ook kleine brandwonden zouden niet meer zo'n pijn doen en vlugger genezen, als je er gepelde blaadjes oplegt.
Gepubliceerd op 12-05-2020
Huislook (Donderblad), Sempervivum tectorum
betekenis & definitie