Woordenboek voor vrijmetselaren

W. de Grebber (1844)

Gepubliceerd op 22-09-2020

Sekretaris

betekenis & definitie

SEKRETARIS (De) eener Loge moet de Protokollen van de Logevereenigingen en de briefwisseling houden, certifikaten en andere akten afgeven, enz. Hij is meestal tegelijk zegelbewaarder. In eenige hooge graden wordt de Sekretaris Kanselier genoemd. In de Fransch-Schotsche hooge graden wordt hij Secretaire du Saint-Empire geheeten. Het kleinood van den Sekretaris is twee, kruiselings over elkander liggende pennen in zilver, voor den Groot-Sekretaris zijn deze in het goud.

Volgens NOORTHOUCK was Br.: WILLEMCOWPER de eerste Gr.: Sekretaris van de Eng Gr.; L.: (mod. Masons), welke de leden (24 Junij 1723) tot de vergadering beschreef. Vroeger was dit door den Gr.: Opz ANDERSON geschied. Bij de Engelsche Gr.; L.: volgt de Gr.: Sekretaris in rang op de GG Opz; in de Gr.; L.: van Nederland gaat de Gr.: Redenaar hem vooraf. In de Ned. en Eng. GG LL staat de benoeming aan den Gr.: M Nat; in de Eng.

Gr.; L.: heeft men een gesalarieerd Adj Gr.: Sekretaris, welke nogtans geen stem heeft; ook in de Nederl Gr.; L.: is kortelings een zoodanige benoemd. Die post veroorzaakt meer moeite, en geeft meer bezigheden, dan al de andere posten, en vordert ook meer ijver en aanhoudenden arbeid. Met scherpzinnigheid, met strenge, onwrikbare regtvaardigheid behoort hij het verhandelde in zijne verslagen op te nemen, welke in later tijd de oorkonden zijner L moeten uitmaken. Hierin mag hem niets afhouden, noch zucht tot gemak, noch de vrees van iets van zijn genoegen te verliezen, noch de begeerte van de hoogst geplaatste Officieren te believen, door eene onregtmatige daad, uit mogelijke eer- of heerschzucht voortgesproten, of geen verkeerd advies, door anderen ontzenuwd, met verzachtende bewoordingen te vergoelijken; hij is de man der wet en der regtvaardigheid; hij is, meer dan eenig ander Officier, de vraagbaak, en de spil waarop veel draait. Ten einde niets achterwege te laten, zorge hij, onmiddellijk na de vergadering, voor eene getrouwe redaktie der Notulen. En zijn lof ten deze is, dat er zoo weinig gegronde aanmerkingen mogelijk op kunnen vallen.

Vaak in de noodzakelijkheid, stukken te stellen en uit te vaardigen, omtrent zaken, welke hij bestreden, en daarbij eene meening gehad heeft, strijdig met het gevoelen der meerderheid, zorge hij, dat het gestelde of uitgevaardigde stuk de meening der LD, niet de zijne, uitdrukke. Hij verzoete het niet, omdat het gerigt is aan een' door hem boven velen beminden Br.:, en make het niet scherper, omdat het gerigt is aan iemand, wien hij geene bijzondere genegenheid toedraagt. Hij zij de man der wet, koel, regtvaardig en onpartijdig als deze; hij vergete persoonlijke gevoelens, en spreke als orgaan der vergadering. Elke afwijking van dien middelweg is een zedelijke ontrouw.

< >