ORPHIESCHE FEESTEN, waren de plegtigheden en gebruiken bij de vergaderingen eener vereeniging onder de oude volken, die de vereering van BACCHUS symbolizeerden. De leden dezer geheime vereeniging noemden zich de bewaarders der oude leer van ORPHEUS, en poogden de mysteriën terug te brengen tot de Egyptische denkbeelden. Onder anderen leerende, dat BACCHUS dezelfde godheid was als OSIRIS. In hunne nachtelijke bijeenkomsten herdachten zij den moord van BACCHUS, door de vermomde Titans, en besmeerden daarom den kandidaat met pleister. De slang werd er veelvuldig als zinnebeeld gebezigd, en hunne vreugdekreet was: Evoi, Saboi, hyes, attes, attes, hyes!
Nadat die inwijding zeer gezonken was, omdat zij niet steunde op de medehulp of het gezag der priesters, verhief zij zich weder in de eerste eeuwen van het Christendom, door toedoen der Pythagoristen en Platonisten. Deze meenden in de verheffing dier mysteriën een middel te zien, waardoor de ondergang van het Heidendom kon worden tegengegaan, waartoe zij de plegtigheden wijzigden, en BACCHUS deden voorkomen onder den naam van PHANES, de voornaamste godheid, het licht-beginsel der wereld. Zij gingen echter eindelijk te niet. Zie het Art. SABASIESCHE FEESTEN.