Woordenboek voor vrijmetselaren

W. de Grebber (1844)

Gepubliceerd op 22-09-2020

Oostenrijk

betekenis & definitie

OOSTENRIJK. benevens de daartoe behoorende Staten. Zoo als in vele Roomsch-Katholijke Staten. heeft ook hier de V. M. geen vasten voet gekregen. Sedert hare verplanting naar het vaste land hadden zich in vele plaatsen van dit groote rijk eene menigte Loges gevormd. doch waren alle van korten duur; want vervolgingen der geestelijkheid en verboden der Regenten maakten daaraan spoedig weder een einde. of verpligtten de medeleden. den arbeid spoedig weder neêr te leggen. Toen de Bul van CLEMENS XII (zie het Art.

BUL) verscheen. stond de V. M. bij de Weener grooten in hoog aanzien. Dien ten gevolge werd dan ook de Bul daar dan ook niet afgekondigd. Eenige jaren later nogtans veranderde de denkwijze van het Oostenrijksche goevernement ten aanzien der V. M.; en rezen er verdenkingen op. waarom het bevel gaf de bijeenkomsten te beletten. Het eerste gevolg hiervan was dat dertig VV.

MM.. die (7 Maart 1743) eene vergadering hielden. overvallen en in den kerker werden gezet. waaruit zij eerst eenige maanden later. bij gelegenheid van 's Keizers verjaardag. ontslagen werden. Onder MARIA THERESIA werden de Loges weder geopend. maar kort daarna nogmaals vervolgd. Eenige hofdames teleurgesteld in hare begeerte. bekend te worden met hetgeen er omging. zetteden de Keizerin tegen de Orde en hare bedoelingen op. en bragten haar er toe. de Meesters van vele Loges bij zich te ontbieden. en hun te bevelen. haar de geheimen der V. M. te openbaren. Door hunne eenparige weigering tot het voldoen aan dit verlangen. in het harnas gejaagd. deed zij eene der Loges. toen deze vergaderd was. door krijgsvolk overvallen. de BB. gevangen zetten en de meubelen in beslag nemen. Door tusschenkomst van FRANS I (zie dat Art.). werden zij echter in vrijheid gesteld en kregen verlof hunnen arbeid voort te zetten.

Slechts onder de korte regering van Keizer JOZEF II, die de V. M. als van weinig beteekenis beschouwde, werd zij, nogtans onder eenige bepalingen, geduld. In dezen tijd verscheen ook het Weener Journaal voor VV. MM. In No. 4, Jaargang 1785 van dit tijdschrift, wordt den toestand van het Weener Logewezen op de volgende wijze opgegeven:Het besluit onzes Monarchs, waardoor der V. M. in alle Oostenrijksche Staten bescherming verleend wordt, is reeds aan onze BB. bekend door de nieuwspapieren, en wij hebben dus niet noodig, deze voor de geschiedenis der V. M. in zoo menigerlei opzigt hoogst gewigtig berigt hier op nieuw te laten drukken. Volgens deze keizerlijke verordening werden bij de thans te Weenen bestaande acht Loges, twee nieuwe opgerigt, waarvan de eene den naam draagt van de Waarheid, en de andere dien van de nieuw gekroonde Hoop. De eerste bestaat thans uit de BB. der Loges de Palmboom, de drie Adelaars en de ware Eendragt. De andere uit de BB. der voormalige Loges de gekroonde Hoop, de Weldadigheid en de drie Vuren. De BB. der Loges de Bescheidenheid en de Heilige Jozef hebben hunne werkzaamheden opgeheven; evenwel zijn eenige van hare medeleden tot de beide nieuw opgerigte Loges overgegaan.

De Fransche revolutie was aanleidende oorzaak, dat de Keizer (1789) besloot de V. M. in al zijne Staten op te heffen, alle burgerlijke en militaire ambtenaren te bevelen zich van de Loges af te scheiden, en hen te verpligten tot het afleggen van een' eed, dat zij op straf van ontzetting en kerker nimmer tot eenig geheim genootschap zouden behooren.

Na JOZEFS dood (in het jaar 1790), hield de toelating der V. M. in geheel Oostenrijk voor het vervolg op. FRANS II, Keizer van Duitschland, trachtte in 1794 de VD M D door het geheele Duitsche rijk te doen opheffen, maar de rijksdag te Regensburg, waarop dit voorstel werd gedaan, sloeg het af, en op het vertoog van Pruissen, Brunswijk en Hanover, antwoordde men: dat de Keizer dit in zijn eigene erflanden konde doen, maar dat de overige Staten hunne vrijheid niet wilden laten belemmeren.

< >